Vismigratie stijgt door 700 vispassages

September 2015 – Waterbeheerders plaatsten sinds 1995 ruim 700 vispassages. Paling, spiering, zalm, stekelbaars en zeeforel zijn weer welkom. Dat is niet alleen goed nieuws voor de biodiversiteit, maar ook voor beroeps- en sportvissers. 

Artist impression van de geplande vismigratierivier tussen de Waddenzee en het IJsselmeer.

Boswachter Erik van der Spek van Staatsbosbeheer is op ‘zijn’ natuureiland Texel wel wat gewend. Toch knipperde hij recent blij verrast met zijn ogen. Bij de vistrap in de Texelse Moksloot vochten duizenden driedoornige stekelbaarzen zich een weg omhoog. Het exacte aantal dat het hoogteverschil van 1,10 meter passeerde, noemt hij in zijn boswachtersblog niet. „Want monitoring is een kostbare zaak”, licht hij telefonisch toe. „Het waren er in ieder geval heel veel.”

40.000 vissen passeerden vispassage
Bij een proefmeting bij een nabijgelegen vispassage in de waddendijk zijn volgens Van der Spek eerder 40.000 stekelbaarsjes geteld. Een kunstmatig opgewekte zoetwaterstroom lokt ze naar een opvangbak. Van daaruit worden ze met een ‘hevel’ over de dijk gezogen. Daarna kan de vis via de Roggesloot de polder in trekken.

Zalm en stekelbaars voor dichte deur
Driedoornige stekelbaarzen leven ’s winters in het kustwater en trekken net als zalm en zeeforel in het vroege voorjaar richting zoet water om te paaien. Die heroïsche trek is recent fraai in beeld gebracht in de film Holland, natuur in de Delta. Van der Spek: „Vroeger lagen er op Texel duinbeken en kreken die zoet water afvoerden naar zee. Die zoetwaterstromen trokken in het voorjaar van nature trekvis aan. Dat was gedaan toen kwelders werden ingepolderd, zeearmen en duinbeken afgesloten en een stuw de natuurlijke afwatering via de Moksloot overnam.” Trekvissen zoals stekelbaars stonden ineens voor een dichte deur.

Afname consumptievis
Wat op Texel passeert, is illustratief voor de rest van Nederland. Dijken, sluizen en gemalen maken het de vis onmogelijk rivieren, beken, meren en plassen te bereiken. Zowel de intrek als de uittrek van beschermde soorten en belangrijke consumptievissen nam sterk af. De biodiversiteit in de Nederlandse binnenwateren verarmde. Soorten als zalm, aal en spiering verdwenen volledig, of zijn inmiddels ernstig in aantal afgenomen.
Niet alleen sport- en beroepsvissers hebben hier last van. Ook broed- en trekvogels kregen te maken met het slinkende voedselaanbod. Voor de lepelaars die in het voorjaar naar Texel komen om er te broeden, was het menu in het zoete binnenwater eind vorige eeuw nogal karig. Vooral aan de geliefde stekelbaars was gebrek. Tot 1996 vonden terugkerende lepelaars nog zo weinig voedsel dat het broeden op het eiland enkele weken later op gang kwam dan in andere kolonies.

Sportvisser met zalm in  De Noord. Foto Sportvisserij Nederland.

Succesvolle experimenten
Staatsbosbeheer liet daarop de haalbaarheid van vispassages onderzoeken. Die zouden niet alleen stekelbaars maar ook aal, spiering, bot en zelfs zeeprik naar de lokstroom voeren. Halverwege de jaren negentig is een hevelpassage bij De Cocksdorp aangelegd; twee jaar later volgde een vistrap die trekvis naar de duinmeertjes leidt.


Noordzeekanaal belangrijke trekroute

Voorbeelden zoals op Texel zijn nu overal in het land te vinden. Vooral waterschappen zijn de laatste jaren erg actief. Ze vervingen oude gemalen door visvriendelijke alternatieven of maakten sluizen passeerbaar. Naar schatting liggen er inmiddels 700 vispassages in het land. Hoogheemraadschap van Rijnland (HvR) stelde er eind 2012 een in werking bij het gemaal Halfweg, dat overtollig polderwater in het Noordzeekanaal pompt. Het Noordzeekanaal is van oudsher een belangrijke trekroute. Als de sluizen bij IJmuiden opengaan, zwemmen in het voorjaar duizenden vissen richting brak en zoet water.

50.000 glasaaltjes
Vissen die tot voor kort het gemaal Halfweg wilden passeren, werden vermalen of maakten rechtsomkeert. Nu hebben ze een vrije doorgang. Afgelopen voorjaar sloot een beroepsvisser op verzoek van het HvR het boezemwater achter het kanaal af met fuiken, om te controleren of de ingreep succesvol was. „Het resultaat was verbluffend”, zegt adviseur Bart Schaub van het hoogheemraadschap. „Tienduizenden stekelbaarzen en liefst 50.000 glasaaltjes zijn geteld gedurende de zesweekse monitoring.

Eenvoudige maatregelen
Het HvR inventariseert samen met collega-waterschappen welke sluizen en gemalen nog meer in aanmerking komen voor visvriendelijke ingrepen. Jacques van Alphen van collega-waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV): „Inmiddels is door ons een lijstje met locaties samengesteld waar we nog eens goed naar moeten kijken. Soms zijn maatregelen eenvoudiger dan gedacht. Zo laten we de zeesluis bij Muiden nu ook openstaan als er niet gespuid hoeft te worden. Vis kan nu vaker van het IJsselmeer de Vecht op trekken en vice versa. Het is simpelweg een andere manier van denken, doen en plannen sinds vis dankzij de harde doelen in de Europese Kaderrichtlijn Water op onze agenda staat.”

De vistrap op ‘natuureiland’ Texel. Foto Erik van der Spek

Zachte zoet-zoutgradiënten
Ecoloog Sjors Wintermans was vanaf het begin betrokken bij de aanleg van vispassages in de noordelijke provincies. Wintermans noemt het een schande dat een waterminnende natie op nog maar één plek, bij de Eems, getijdenwerking echt de ruimte geeft. „Alle waterkeringen moesten gesloten zijn om elk veiligheidsrisico uit te sluiten. Dan is het vanzelfsprekend dat er geen vis meer naar binnen en naar buiten kan. Onbegrijpelijk dat we dit zover hebben laten komen.” Na een aanvankelijke trage start is er volgens Wintermans inmiddels veel gedaan aan het aanbrengen van zachte zoet-zoutgradiënten. „Met de aanleg van vispassages gaat het de laatste tien jaar zelfs erg hard. Ik voorspel dat er binnen tien jaar overal passages liggen, waar dat nuttig en haalbaar is.”

Vismigratierivier en open Haringvlietsluizen 
Het gaat al lang niet meer om kleinschalige initiatieven. Er is door (sport)visserij- en natuurorganisaties internationaal druk uitgeoefend om de Haringvlietsluizen in 2018 op een kier te zetten. En een studie toonde onlangs het nut en de noodzaak aan van een ‘vismigratierivier’ tussen de Waddenzee en het IJsselmeer. De kunstmatige getijdenrivier lijkt de enige uitweg voor de dramatische visstand in het IJsselmeer.

Sport- en beroepsvissers vangen weer zalm 
Door al die inspanningen komen geregeld opzienbarende feiten boven water. Zo toont Sportvisserij Nederland geregeld met trots op haar website foto’s van sportvissers zoals Nico den Hoed met een door hem gevangen zalm op de rivier De Noord. Deze authentieke vangstmeldingen worden steeds vaker gedaan. Ook in 2015 zijn ze nog altijd volop nieuws. Ecoloog Wintermans: “Vispassages en zachte zout-zoet-overgangen dragen aantoonbaar bij aan een betere visstand.”

Recordaantal lepelaars op Texel
Hoewel de passage op Texel beperkt van omvang is, doet hij waarvoor hij is gemaakt: lepelaars van voedsel voorzien en de overige visstand in het Texelse binnenwater op peil houden. De afwateringssloten in de Texelse polder Eijerland liggen vlak achter de kwelders van De Schorren, waar Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer jaarlijks vele honderden lepelaarkoppels tellen. De grootste kolonie is te vinden in De Geul, waar ze volop broeden. Dat is ongetwijfeld niet alleen aan tienduizenden migrerende stekelbaarzen te danken, maar een belangrijke rol spelen die zeker.

Zicht op IJburg

Polder IJdoorn, Amsterdam. Afdamming in weidevogelgebied schadelijk voor trekvis. Foto: Michel Verschoor.

Weidevogelbeheer nadelig
Dat het nog lang niet overal goed gaat bleek onlangs uit bescheiden inventariserend onderzoek in het Noord-Amsterdamse weidevogelgebied Polder IJdoorn van Natuurmonumenten. In tientallen weidevogelgebieden zoals IJdoorn worden prominente waterssystemen afgedamd, vergraven en van polderpompen voorzien. Doel: een gespreid bedje creëren voor grutto, tureluur en kievit. Trekvis zoals stekelbaars en paling stoten nu hun neus en kunnen geen kant meer op. Kernprobleem is dat het huidige natuurbeleid uitgaat van doelsoorten pleasen en niet van ecologisch systeemherstel. Ophokken is de tendens. Waterschappen staan steeds kritischer tegenover deze ontwikkeling en eisen van natuur- en landschapsorganisaties dat pompen, stuwen en dammen passeerbaar zijn voor vissen. Voor meer informatie over dit onderwerp>> Weidevogelbeheer schadelijk voor vis.

Michel Verschoor | GROENBLAUW copy & content | september 2015. Deze geactualiseerde publicatie verscheen eerder in vakblad Visionair.

Comments are closed.